Home > Ziektebeelden > Nefrologie > Nierfalen >

Continue hemofiltratie en hemodialyse

Inleiding

Doorlopende hemofiltratie en hemodialyse procedures filteren en dialysere bloed zonder onderbreking: het belangrijkste voordeel is de mogelijkheid om grote hoeveelheden vloeistof te verwijderen zonder hypotensieve episodes veroorzaakt door intermitterende hemodialyse en haar intermitterende verwijdering van grote hoeveelheden vloeistof. Deze procedures zijn daarom mn. aangewezen bij patiënten met acuut nierfalen, die ofwel hemodynamisch instabiel zijn of grote hoeveelheden vloeistof dienen te ontvangen..

Bij continue hemofiltratie worden water en opgeloste stoffen (tot 20000 Dalton) uit het bloed gefilterd via convectie (zie Niervervangende therapie: introductie). Het filtraat wordt weggegooid en de patiënt ontvangt infusen van fysiologisch zout (isotoon). De toegang kan arterioveneus of venoveneus zijn. Bij de arterioveneuze procedure wordt een catheter (met permeabele mebraan) geplaatst tussen de femorale slagader en ader. De arteriële druk perst het bloed vanuit de femorale slagader door de filter in de femorale ader. Bij continue venoveneuze procedures is een pomp nodig om bloed uit een grote ader (a. subclavia v. jugularis interna) door het dialysecircuit weer terug in de veneuze circulatie te pompen. Bij gebruik van een dubbel-lumen katheter wordt bloed uit een ader gehaald en daarna in dezelfde ader teruggebracht.

De arterioveneuze route heeft het voordeel, dat er geen pomp nodig is, maar kan een onbetrouwbare bloedstromingen geven bij een hypotensieve patiënt. Voordelen van de venoveneuze route zijn i) betere controle van de bloeddruk, ii) betere filtratie en makkelijke verwijdering van vloeistof. De venoveneuze route vereist cannulatie van slechts 1 bloedvat. Evenmin is bewezen dat de ene effectiever is dan de andere. Alle systemen eisen antistolling.


Bron

  1. Oxford Textbook of Nephrology, 3rd edition, 2005.M. Davison, S.L. Cameron, Grunfeld, C. Ponticelli, C. van Ypersele, J.P. Grunfeld, E. Ritz, C.G. Winearls. Oxford University Press.
  2. Harrison's Principles of Internal Medicine, 17th Edition 2008. A.S. Fauci, E. Braunwald, D.L. Kasper, S.L. Hauser, D.L. Longo, J. L. Jameson, J. Loscalzo. The McGraw-Hill Companies.
Laatste update: 28-10-2011